OMFT
Afwijkende mondgewoonten en Oro Myo Functionele Therapie (OMFT)
Onder afwijkende mondgewoonten worden die gewoonten verstaan die negatieve
gevolgen hebben voor de gebitsstand, het spreken en het gehoor, zoals:
- duim- vinger- en speenzuigen
- open mondgedrag
- habitueel mondademen
- afwijkende tongpositie in rust
- afwijkende tonposite bij slikken (“infantiele tongpersgewoonte”)
- afwijkende tongpositie tijdens spreken
Of bel voor vragen / afspraak:
tel: 06 24592652
Het zuigen op een duim, vinger of speen is normaal bij een baby en peuter, omdat zij nog een grote zuigbehoefte hebben of omdat het veiligheid biedt. Daarna wordt het een gewoonte. De tanden kunnen hierdoor scheef groeien. Bovendien wordt een lage tongpositie in rust en bij het slikken in de hand gewerkt.
De meeste mensen ademen door hun neus, tenzij de neusdoorgang onvoldoende is. Er zijn verschillende factoren die de neusdoorgang kunnen vernauwen.
Verkoudheden en allergieën zijn hier voorbeelden van. Er wordt dan tijdelijk meer door de mond geademd. Als dit mondademen blijft bestaan terwijl de neus weer doorgankelijk is, spreken we van habitueel mondademen. Het door de mond ademen is een gewoonte geworden. De neus wordt dan nauwelijks meer gebruikt en de mond staat meestal open. We noemen dit open mondgedrag. De tong ligt daarbij in rust slap onderin de mond en de lip- en wangspieren verslappen.
Dit heeft verschillende gevolgen.
Bij mondademen droogt de mond uit. Daardoor hoeft er veel minder geslikt te worden. Dit heeft tot gevolg dat de buis van Eustachius, die de neusholte met het oor verbindt, te weinig wordt gereinigd. De kans op oorontstekingen neemt hierdoor toe.
Doordat de lucht via de mond wordt ingeademd neemt de kans op verkoudheden toe: de ingeademde lucht wordt niet verwarmd en gefilterd zoals bij de neusademing. Hierdoor ontstaat een vicieuze cirkel van terugkomende verkoudheden.
Een ander gevolg van mondademen is dat de tong door de lage rustpositie tussen of tegen de tanden geperst wordt bij het slikken. Doordat de tong tijdens dit afwijkend slikken telkens tegen de tanden duwt, kunnen de tanden scheef gaan staan.
De tong kan niet alleen bij het slikken, maar ook bij het spreken tussen de tanden komen. Slissen is dan het gevolg; het spreken wordt er onduidelijk van.
Overigens komt afwijkend slikken ook voor als er gewoon door de neus geademd
wordt.
Logopedische therapie
De logopedist kan adviseren of en wanneer behandeling nodig is en welke therapie het meest effectief is.
Dit is afhankelijk van leeftijd en mogelijkheden van het kind. Meestal wordt er, indien de logopedist hiervoor is opgeleid, OMFT (Oro Myo Functionele Therapie) gegeven. De therapie is gericht op:
- Afleren van het afwijkende gedrag
- Herstellen van het spierevenwicht in het mondgebied
- Aanleren van een juiste tongpositie in rust, bij slikken en indien nodig, bij het spreken
Er worden oefeningen gedaan die thuis dagelijks herhaald moeten worden
OMFT kan de behandeling van de orthodontist ondersteunen en bestendigen en vermindert de kans op terugval (relaps) na de orthodontische behandeling aanzienlijk.
Bij erg jonge kinderen ligt de nadruk op het stoppen van het mondademen, omdat dit terugkerende verkoudheden en oorontstekingen kan voorkomen.
De behandeling zal vooral gericht zijn op lipsluiting. Er worden oefeningen gegeven die de spieren van de tong en lippen versterken; andere oefeningen bevorderen het ademen door de neus. Meestal zal ook het duimzuigen afgewend worden vanwege het in stand houden van mondademen.
Het onderzoek en de behandeling van afwijkende mondgewoonten worden als regel vergoed door de ziektekostenverzekeraars.

